Deze overheerlijke deegkussentjes zijn favoriet bij veel mensen en ook ik wordt altijd vrolijk van een berg poffertjes. Want ik bedoel: zachte mini-pannenkoekjes met een smeltend klontje boter, bedolven onder een berg poedersuiker, wie wil dat nou niet?
Poffertjes zijn eigenlijk niets minder dan mini pannenkoekjes. Ze zijn alleen een stuk dikker dan gewone pannenkoeken. Er zit namelijk een rijsmiddel in. Vroeger was dat gist, maar sinds de uitvinding van bakpoeder aan het begin van de 20e eeuw, wordt dat het vaakst gebruikt. Dit is echter het traditionele recept, dus ik gist. Het nadeel is dat je eventjes moet wachten voordat je ze kan eten, maar dan heb je wel echte traditionele poffertjes. Daarnaast bevatten traditionele poffertjes naast tarwebloem ook een deel boekweitmeel. Heb je geen boekweitmeel of vind je het niet lekker? Dan kan je ook gewone tarwebloem gebruiken.
Poffertjes hier en poffertjes daar
Poffertjes zijn al eeuwenlang geliefd bij Nederlanders. Mensen aten ze vooral op kermissen en jaarmarkten. Op iedere kermis stonden vaak meerdere poffertjeskramen. Dat ze populair zijn, zie je ook aan de cijfers: op een kermis in Amsterdam uit 1875 werden er per dag gemiddeld 700 bordjes bij iedere kraam verkocht. Dat zijn 16.800 poffertjes per kraam!
Er zijn meerdere theorieën over waar de poffertjes oorspronkelijk vandaan komen. Het eerste verhaal gaat dat ze oorspronkelijk uit Frankrijk komen. Monniken in de buurt van Bordeaux zouden bij het bakken van hosties over zijn gegaan op boekweitmeel omdat er na een veldslag een tekort was aan tarwe. Het recept zou in Nederland geïntroduceerd zijn door kooplieden die met de legers van Napoleon onze streken binnen reisden. Deze theorie klopt waarschijnlijk niet. Het kookboek waar het eerste recept instaat, De Volmaakte grond-beginzelen der keuken-kunde komt uit 1775 en de Fransen grepen de macht in Nederland pas in 1806.
Een andere veronderstelling is dat ze niet uit Frankrijk komen, maar uit Nederland. Het gerecht zou ontstaan zijn in een Nederlands klooster. Monniken zouden met boekweitmeel een lekkerdere variant voor de hostie willen maken. Poffertjes heten ook wel broedertjes en dit zou een verwijzing zijn naar de monniken. De bedoeling van de hostie is echter niet dat hij lekker is, daarom wordt die theorie vaak verworpen.
Yo, echt vet lekker, broeder
De meest voor de hand liggende gedachte is dat ze per ongeluk zijn ontstaan. Poffertjes stammen af van de poffert, die ook wel broeder genoemd werd. Dit is een typisch Gronings deeggerecht dat je in een speciale vorm au bain marie in een speciale bakt. Het lijkt een beetje op een tulband. In ieder geval zouden bij het bakken van de poffert of broeder, klodders beslag op een hete plaat gevallen zijn. Dit is qua benaming de meest logische verklaring aangezien het beslag van poffertjes of broedertjes ook lijkt op het beslag van de poffert of broeder. Daar gaat namelijk ook boekweitmeel in.
Niet van een koude kermis thuiskomen
Op de kermis gebruiken ze grote ijzeren platen voor de poffertjes. Vroeger gebruikten ze houtblokken om de platen te verwarmen, later kwam gas daarvoor in de plaats. Thuis bak je ze in een poffertjespan: een pan met allemaal kleine holtes waar je het beslag in giet. Je draait de poffertjes om als het beslag nog niet helemaal gestold is. Hierdoor worden ze mooi rond worden en lekker luchtig van binnen. Keer de poffertjes om met behulp van 2 satéprikkers of een vorkje. Misschien dat je even moet oefenen, maar na een paar poffertjes krijg je vanzelf de handigheid in de vingers.
Net als bij pannenkoeken kun je met poffertjes alle kanten op wat betreft de toppings. Aardbeien met slagroom, warme appel met kaneelsuiker en nutella en banaan zijn een paar lekkere ideeën. Of hou je het toch liever bij de klassieke poffertjes, geserveerd met een flinke klont langzaam smeltende, vette boter en wolken witte poedersuikersneeuw?
Poffertjes
Equipment
- Poffertjespan
Ingrediënten:
- 125 g bloem
- 125 g boekweitmeel
- Snuf zout
- 250 ml melk
- 250 ml water
- 7 g gist
- 1 ei
- Boter en poedersuiker, om te serveren
Zo maak je dit:
- Verwarm de melk in een steelpannetje tot hij lauwwarm is. Roer de gist door de melk en laat dit 5 minuten staan.
- Roer de bloem, het boekweitmeel en het zout in een kom door elkaar. Voeg het water toe en roer alles tot een glad beslag.
- Giet de melk bij het bloemmengsel en roer het goed door.
- Klop het ei los in een kommetje en roer het ei door het beslag.
- Dek de kom af met plasticfolie en laat het 1 uur op een warme tochtvrije plaats rijzen.
- Verhit de poffertjespan op middelhoog vuur en vet de pan in met een beetje boter of olie.
- Giet het poffertjesbeslag in een knijpfles. Knijp kleine beetjes beslag in de holtes tot vlak onder de rand.
- Draai de poffertjes om als de bovenkant droog is en er bubbeltjes op de poffertjes verschijnen. Keer ze voorzichtig om met 2 stokjes of met een vork.
- Haal de poffertjes uit de pan als ze aan beide kanten goudbruin zijn. Herhaal met de rest van het beslag.
- Serveer de poffertjes met een klontje boter en (veel) poedersuiker.
Tips:
- Boekweitmeel is bij de meeste supermarkten bij de bewuste voeding te vinden. Het is ook in veel natuurvoedingswinkels te krijgen.
- Heb je geen spuitflesje? Giet het beslag dan voorzichtig met een eetlepel in de holtes van de poffertjespan.