We gaan een paar jaar terug in de tijd. Ik ben 12 jaar en het is zondagochtend, half 8. Ik ben al 2 uur wakker, omdat mijn wekker doordeweeks veel te vroeg gaat en ik in dat ritme blijf hangen, en trek de keukenkastjes open. Hé, bah, het brood is op en ik moet het uit de vriezer pakken. Daar heb ik dus echt geen zin in. Ik heb sowieso niet echt trek in mijn standaard bammetje hagelslag, pindakaas of jam. Dus ik sluip zo stil mogelijk de trap op naar de kamer van mijn ouders. Mijn moeder doet half slapend haar ogen open: “wat is er?” Ik fluister: “mag ik pannenkoeken bakken?” Mijn moeder draait zich om en trekt de dekens verder over zich heen: “van mij wel, bewaar je ook wat voor ons?”
Zo begon mijn bakcarrière. Natuurlijk had ik daarvoor al wel eens iets gebakken. Koken en bakken is bij ons thuis met de paplepel ingegoten: ik ben opgegroeid in een familie waar zo ongeveer alles zelf wordt gemaakt. Al sinds kleins af aan hielp ik mijn moeder in de keuken en bakten we zo nu en dan appelflappen, kruidnoten, cakejes of koekjes die we vervolgens zelf mochten versieren. Maar echt structureel bakken? Dat begon pas in de brugklas met het maken van speciale ontbijtjes op zondagochtend. Van alles kwam langs: scones, wafels, pannenkoeken, pancakes, dutch baby’s, havermoutkoeken, ontbijttaartjes van granola, ook lekkere ontbijtjes maakte je zelf.
Over zelf maken gesproken: mijn moeder bakte ook altijd onze verjaardagstaarten. Een cake in een leuke vorm met een flinke laag chocoladeganache waar we ons vervolgens helemaal op mochten uitleven met toppings, sprinkles, smarties en knettersuiker. Als klein kind vond ik dat geweldig, maar toen ik een jaar of 14 was, had ik er wel een beetje genoeg van. Ik wilde een echte mooie taart, zo eentje die je ook bij de bakker in de vitrine ziet staan. Mijn moeder wilde zo’n taart niet kopen en weigerde ook om zich aan zoiets te wagen: “dat kan ik niet hoor, dat is niks voor mij.” Ik besloot het heft maar in eigen handen te nemen en bakte een eigen verjaardagstaart. Het plan was om een prachtige fault line cake te maken, met een opening in het midden waar bloemen uitkwamen. Iets te ambitieus misschien voor iemand die enkel wat kruidnoten had staan rollen. Ik zeg je eerlijk: hij zag er voor geen meter uit en smaakte ook nergens naar. Véél te zoet. Ik ging echter niet bij de pakken neerzitten en besloot om te gaan oefenen met bakken zodat mijn volgende verjaardagstaart wél een succes zou worden.
Zo gezegd zo gedaan. Ik was alleen behoorlijk ambitieus en besloot het meteen groots aan te pakken. Mijn eerste baksels waren dus niet appeltaarten, marmercakes, tulbanden of chocolate chip koekjes, maar een croquembouche, chocolade soufflés en ik heb met een gebroken been al hinkelend macarons gebakken (maar ze waren niet gebarsten, in tegenstelling tot dat been). Misschien niet de beste aanpak om te leren bakken, maar het gaf me ook motivatie. Als iets niet in een keer lukte wilde ik nog meer bakken zodat ik het later opnieuw kon proberen en het dan wel wat zou worden. De coronacrisis was wat dat betreft een behoorlijke verademing voor mij (op andere vlakken vond ik het een daadwerkelijke hel, maar het heeft me wel het bakken gebracht). Ik bedacht dat het misschien toch wel verstandig was om een aantal basisdingen onder de knie te krijgen en wat was een beter moment dan nu, want ik had verder toch niet zoveel te doen.
Bakken werd mijn grootste passie en hobby. Het was overigens niet de enige passie (en ook niet de eerste). Dat was namelijk schrijven. Ik heb mezelf niet alleen leren bakken, maar ook leren lezen. Ik wilde net zoals de volwassenen ook kunnen schrijven en had geen zin meer om te wachten totdat iemand tijd had om me voor te lezen. Niet vrij snel daarna leerde ik ook om te schrijven en daar ben ik nooit mee gestopt.
Mijn derde grootste passie ontdekte ik in de 5e klas van het VWO. In 5 VWO maken leerlingen in heel Nederland een profielwerkstuk. Leek me verschrikkelijk, totdat ik zo slim was om te bedenken dat ik misschien wel iets met bakken kon doen. Dan hoefde ik niet van die saaie enquêtes af te nemen of urenlang boeken lezen op zoek naar de juiste bron. Dat laatste heb ik uiteindelijk wel gedaan, want ik combineerde bakken met het vak geschiedenis en deed mijn profielwerkstuk over: de Geschiedenis van de Nederlandse keuken op het gebied van brood en banket vanaf de 16e eeuw. En ik vond het geweldig. Inclusief het urenlang boeken lezen. Ik kwam erachter dat ik geschiedenis mega interessant vond en voedselgeschiedenis al helemaal.
3 keer raden wat ik nu studeer. Natuurkunde. Nee, grapje. Ik studeer geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Met dit blog combineer ik mijn 3 grootste passies: bakken, schrijven en geschiedenis. Op mijn blog vind je allerlei soorten bakrecepten van over de hele wereld. Deze recepten zijn niet alleen ontzettend leuk en lekker om te maken, maar dragen stuk voor stuk ook een lange (of korte) geschiedenis met zich mee. Natuurlijk, kan je dat hele verhaal ook overslaan als je gewoon op zoek bent naar een recept voor een lekker koekje, want die zul je ook zeker vinden op mijn blog!
Ik wens je heel veel bak- en leesplezier!