Lemon curd is een alleskunner. Je tilt ieder gerecht een stapje omhoog door er een klein beetje (of veel) van deze spread aan toe te voegen. Van yoghurt, tot taart, naar scones en ijs. Alles is lekkerder met lemon curd en helemaal als je deze ook nog eens zelf maakt!
Citroenkaas: weer eens wat anders dan pinda’s
Lemon curd is zo ongeveer overal wel lekker op/bij/met. Het vaakst wordt deze spread echter geserveerd tijdens een Engelse high tea. Niet zo gek aangezien lemon curd oorspronkelijk ook uit Engeland komt. Het wordt voor het eerst genoemd in een kookboek uit 1844: The Lady’s Own Cookery Book van Lady Charlotte Campbell Bury. Het recept verschilt wel flink van de hedendaagse recepten. Curd in het Nederlands vertaalt betekent wrongel en dat is ook wat deze lemon curd is. Het is room met eiwitten en citroen die je opkookt tot het gaat klonteren. Vervolgens strem je de curd in een kaasdoek. Eerdere varianten van dit recept heten dan ook lemon cheese in plaats van lemon curd.
Zet het dan in een assiet tot een vlade te styven, is heel goed.
De recepten die meer lijken op de lemon curd van nu, zijn recepten voor vla. Deze vind je ook in Nederlandse kookboeken. In De Volmaakte Hollandsche Keukenmeyd uit 1752 staat een recept voor Citroen-Vlade, hoe men die maaken zal.
“Neemt 3 of 4 Citroenen, en schilt die heel dunnetjes, en neemt dan een groot bierglas rinsche wyn en laat die Citroen-schil in deeze wyn eens opkooken; Neemt ze ‘er dan uit, en laat de wyn wat verslaan, en doet dan het sap van die Citroenen, als ze styf uitgeperst zyn, in de wyn met zo veel suiker tot dat het zoet genoeg is: Neemt dan 4 a 5 doorens van eijeren klein geklopt, en roert ‘er die onder, en laat het zo te saamen eens opkooken, en zet het dan in een assiet tot een vlade te styven, is heel goed.”
Je kookt dus de schil van citroenen met wijn, citroensap en suiker waarna je er eidooiers aan toevoegt, zodat alles aan elkaar bindt. Ook nu maak je lemon curd door eidooiers toe te voegen, waardoor het een dikke lobbige saus wordt. Lemon curd heeft daarmee ook wel wat weg van een soort jam.
When life gives you lemons…
Citroen was al vanaf de Gouden Eeuw een populair ingrediënt onder de elite. Gewone mensen aten deze vruchten niet. Citroenen moesten geïmporteerd moesten worden uit warmere streken. Dat was erg duur, dus alleen voor de rijke man weggelegd. Naast dat het een populair ingrediënt was in gerechten, deed de citroen het ook goed op schilderijen. Dit was niet alleen omdat men dan aantoonde hoe rijk hij of zij wel niet was dat diegene een citroen kon kopen, maar ook omdat citroenen erg lastig waren om levensecht af te beelden. De schilder liet hiermee zijn skills zien. Loop maar eens een rondje door het Rijksmuseum en tel het aantal citroenen dat je tegenkomt!
Het lekkere van lemon curd is dat ‘ie niet zo supermegazoet is. Is die dan heel zuur? Nee, dat ook zeker niet. Ik vind dat het perfect tussen zoet en zuur in zit. Dit is zeker een recept voor alle citroenliefhebbers, maar ook weer niet voor oude zuurpruimen. Dus, hou je wel van een zuurtje? Dan is dit zeker je jam…
Lemon curd
Ingrediënten:
- 2 citroenen
- 150 g suiker
- 2 eieren
- 2 eidooiers
- 80 g boter
Zo maak je dit:
- Rasp de citroenen. Knijp daarna het sap uit de citroenen.
- Roer de citroenrasp, het citroensap, de suiker, de eieren en de eidooiers in een steelpan en door elkaar.
- Verwarm het mengsel al roerend op laag vuur tot 83 C. Het mengsel zal langzaam gaan indikken tot een mooie curd. Dit duurt zo’n 10-15 minuten. Ondertussen een leuk liedje opzetten wordt dus aangeraden.
- Haal de pan dan van het vuur en roer er klontje voor klontje de boter er doorheen.
- Giet de lemon curd in een schone pot en laat hem afkoelen tot kamertemperatuur. Zet de curd daarna minimaal 4 uur in de koelkast om op te stijven.